Filmposter voor Shorbulak, 1984. |
De hoofdpersoon, een vrachtwagenchauffeur in Xinjiang, vertelt ons zijn levensverhaal: afkomstig uit een arm boerengezin in Henan vlucht hij voor de hongersnood om in Xinjiang zijn geluk te beproeven. Hij is een deugdzaam man, beste bedoelingen, een goede daad voor iedereen. Hij heeft de moed om de juiste keuzes te maken: als zijn eerste vrouw van een ander blijkt te houden, is hij verdrietig maar laat hij haar gaan. En uiteindelijk wordt hij voor zijn goede daden beloond met een lieve tweede vrouw en fijn stiefzoontje.
In het hele verhaal komt niet één Oeigoer of Kazakh of andere ethnische minderheid voor, alle personages zijn Han-Chinese pioniers – kolonisten, feitelijk. Het werk van een vrachtwagenchauffeur in deze barre grensgebieden wordt een stuk rooskleuriger gepresenteerd dan het is, want in werkelijkheid moesten die chauffeurs even goed moet uitkijken voor rovers als voor corrupte tolbeambten. ‘Shorbulak’ leest als propaganda. Fijne propaganda, over eerlijke, behulpzame, hardwerkende pioniers die een kale, lege provincie opbouwen en goed voor elkaar zorgen en tevreden zijn met hun eenvoudige leven. Het verhaal is in 1984 zelfs verfilmd.
Tegelijk komen ook de minder mooie aspecten van de recente Chinese geschiedenis wel degelijk voorbij: de hongersnood die volgde op de Grote Sprong Voorwaarts, de Culturele Revolutie, de barre omstandigheden waarin de ‘opgeleide jongeren’ leefden die van de grote steden naar het platteland waren gestuurd. De nadruk ligt op de moed en ijver van de personages, maar eigenlijk is de meeste narigheid die hen overkomt een gevolg van overheidsbeleid of misstanden.
Zhang Xianliang, in Nederland uitgegeven als X.L. Zhang, heeft twintig jaar in strafkampen gezeten en veel van zijn romans spelen zich daar dan ook af. Hij is ook in dit verhaal niet bang om vervelende dingen te noemen, terwijl hij tegelijk een positieve boodschap verkondigt.
Besproken: ‘Shorbulak’, door Zhang Xianliang, vertaald door Anne Sytske Keijser, in Het Trage Vuur nr. 8, september 1999.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten