vrijdag 11 december 2020

Broeders van het Groene Woud

Ik ben bezig met de vertaling van de nieuwste roman van Zhang Yueran, die De spijker zal heten (eerdere werktitel was Cocon), en daarbij loop ik (uiteraard) regelmatig tegen lastige vertaalkwesties aan. Bijvoorbeeld als Zhang schrijft over de spelletjes van de twee hoofdpersonen.

Chinese editie van De spijker,

Twee kinderen zijn op zoek zijn naar een plek om ongestoord eindeloos te kunnen spelen. Buiten, in het compound waar ze wonen, worden ze overal weggejaagd, maar dan heeft de ene de oplossing: zijn opa, die in vegetatieve toestand is, ligt in zijn eentje op een ziekenhuiskamer. Dáár kunnen ze terecht! Zo gezegd, zo gedaan. En opa wordt al snel onderdeel van hun spel (ja, dat is wat macaber).

In die kamer bedachten we een aantal nieuwe spelletjes, waarin mijn vegetatieve opa een onmisbaar rekwisiet was.

Weet je nog hoe we hem een keer van top tot teen in verband hadden gewikkeld, als een mummie? Dat was een flinke klus, we zijn er een hele zaterdagmiddag mee bezig geweest. Je had stiekem verband meegenomen van huis, maar helaas was het niet genoeg: toen we bij zijn benen aankwamen, moesten we ons behelpen met restjes stof van mijn oma’s naaiwerk. Opa zag eruit als een bonte papegaai. Jij en ik waren grafrovers uit een ver land die naar Egypte waren gereisd en in een grafkelder deze vreemde mummie ontdekten.

Op een andere middag zetten we hem rechtop, zijn bovenlichaam ondersteund door een krukje, en schreven we zijn rug helemaal vol met karakters. Karakters die we zelf samenstelden uit onderdelen van andere karakters, niemand in de hele wereld kon ze lezen. We deden of dat het zeldzame handboek was van een langverloren kungfu-traditie. Deze keer waren we twee rondreizende 侠客 die verdwaald waren in een geheimzinnige tunnel, waar we de tekst ontdekten op een mensenhuid.

En daar stuitte ik op een lastig woord, want wat doe je met 侠客 xiake?

Lees op het Boekvertalers-blog hoe ik deze vertaalkwestie heb opgelost.