vrijdag 13 oktober 2023

De straf van Hua – Feng Jicai

Hua Xiayu, pas afgestudeerd aan de kunstacademie, wil verder in de kunsten – maar in plaats daarvan wordt hij te werk gesteld in een porseleinfabriek in een afgelegen regio. Hij gaat aan het werk, trouwt een lieve vrouw, maar dan komt de Culturele Revolutie en hij wordt wreed mishandeld en uiteindelijk te werk gesteld in een mijn verderop. Zijn vrouw aborteert hun ongeboren kind en scheidt van hem. Hua Xiayu ontdekt in de buurt van de mijn allerlei prachtige volkskunst. Uiteindelijk eindigt de Culturele Revolutie en kan hij terug naar de porseleinfabriek, waar zijn grootste kwelgeest nog altijd manager is. Maar hij geeft de moed niet op en blijft gewijd aan de kunsten.

Omslag van De straf van Hua. Illustratie van twee mensen: links een man in het blauw, met een witte punthoed op en een penseel in zijn hand. Hij kijkt ongelukkig. Rechts een vrouw in een groene jurk, ze kijkt gesloten. Midden onder een wollige zwarte hond.
Omslag van De straf van Hua
Om eerst maar even een stokpaardje te bereiden: Vrouwen komen er niet erg goed vanaf in De straf van Hua. Als Hua Xiayu in politieke problemen komt, aborteert zijn vrouw Luo Junjun zoals gezegd hun kind en scheidt ze van hem. Hij ontmoet haar later opnieuw en oordeelt dat het licht uit haar ogen is. Ze is ‘praktisch geworden’, en dat kan niet meer teruggedraaid worden. Je kan je afvragen onder wat voor druk zij is gezet, en of Xiayu redelijkerwijs een andere keus van haar had kunnen verwachten. Eerder leren we al dat ze behalve een tante geen familie heeft. (Over vriendinnen of vrienden lezen we niets.) Kon ze het zich veroorloven iets anders te doen dan praktisch worden? De eerdere vriendin van de hoofdpersoon blijkt de oorzaak van zijn vervolging. Ze had het niet gemeen bedoeld, maar ze had gerapporteerd over politiek ongewenste twijfels die hij tijdens hun verkering tegen haar had uitgesproken. De vrouwen in dit boek verraden de hoofdpersoon en keren hem de rug toe.

Ander detail dat me skeptisch deed kijken: als de hoofdpersoon Junjun voor het eerst ontmoet, gaat dat zo: ‘Ik herinner me … dat ik veel gepraat heb, maar ik herinner me niet waarover. … Zij zei bijna niets. Een licht als van een schoon beekje na het smelten van de sneeuw glinsterde in haar omfloerste ogen. Haar wimpers waren lang, zacht en dicht ingeplant, ze deden denken aan dons.’ Er is een slag mannen dat een uur tegen een vrouw aan kan praten over zichzelf en zaken die hij interessant vindt, en dan achteraf vindt dat hij zo’n goed gesprek met haar heeft gevoerd en haar beslist vaker wil zien. Gelukkig dat Xiayu bij latere ontmoetingen ook haar waardering van kunst en literatuur erg fijn vindt.

Zwartwitfoto van schrijver Feng Jicai, zittend achter een bureau met allerhande schrijf- en tekenparafernalia. Feng kijkt in de camera.
Schrijver Feng Jicai
Hua Xiayu maakt allerlei ellende door, maar onder alle omstandigheden vindt hij steeds weer inspiratie en hoop voor de toekomst. Het verhaal is een raamvertelling: de eerste ik-persoon is een schrijver die de hoofdpersoon ontmoet in de trein. Aardige keuze, die het verhaal inderdaad net wat interessanter maakt. De verteller van de raamvertelling overdenkt aan het eind van het boek de levenslust van Hua Xiayu en anderen die net als hij veel geleden hebben: ‘De laatste jaren heb ik op mijn reizen heel wat van deze mensen ontmoet. Zij hebben al het leed van de wereld meegemaakt. Aan de oppervlakte is daar echter geen spoor van te zien. … Hun ogen en hun hart houden zij niettemin hardnekkig gericht op het leven!’ Dat is een fijne conclusie, maar ook wat al te optimistisch, lijkt me. Om te beginnen zullen de mensen die zich wel van het leven hebben beroofd (of die zijn doodgeslagen) niet bij de verteller in de treincoupé komen zitten. De oorspronkelijke titel van het boek is Ganxie shenghuo, iets als ‘dank voor het leven’ of ‘dankjewel, leven’ of iets vrijer vertaald, ‘goddank leef ik’; misschien dat de auteur zichzelf (en zijn lezers) moed inspreekt, wil inspireren om het leven ondanks alles wat er gebeurd is hoopvol tegemoet te treden.

Interessant genoeg is dit boek gepresenteerd als een kinderboek (uitgebracht door een kinderboekenuitgeverij, deed mee aan de Kinderjury 1995). De lengte (99 pagina’s) past goed bij een kinderboek en een trouwe hond speelt een rol in het verhaal, maar verder zijn de hoofdpersonen allemaal volwassenen, is de inhoud behoorlijk volwassen, en is ook het taalgebruik niet per se simpel. Maar misschien hadden kinderen in de jaren 1990 geen moeite met langere woorden, veel culturele verwijzingen en zware volwassen thema’s.

Al met al een heel goed, duidelijk voorbeeld van littekenliteratuur. De vertaling van Elly Hagenaar is van 1994, het origineel van 1985 – precies de periode dat er veel van dit soort verhalen naar buiten kwamen, waarin schrijvers de ellende van de Culturele Revolutie in literatuur verwerkten. Prima geschreven boek, prima vertaald.

Besproken: De straf van Hua door Feng Jicai, vertaald door Elly Hagenaar (Amsterdam: Leopold, 1994).

vrijdag 25 augustus 2023

De klacht van de buffel

Idema flikt 't 'm weer. De klacht van de buffel is weer eens een heel fijn, leesbaar boek met teksten waarvan je van je leven niet zou hebben bedacht dat je erop zat te wachten, om er dan met zo’n bundel als deze achter te komen dat je dus met veel plezier eeuwenoude Chinese berijmde toneelstukken zit te lezen.

Ik heb meer van Idema’s werk. In de jaren 1990, toen ik op de middelbare school zat en al geïnteresseerd begon te raken in China, kreeg ik zijn boeken soms kado en las ik stiekem tijdens de geschiedenis- of economieles oude Chinese verhalen. Voor mijn studie kocht ik de Spiegel van de Klassieke Chinese poëzie, en tijdens (maar niet eens voor) mijn studie De onthoofde feministe. Ook koop ik zijn boeken nog wel eens bij antiquaren of tweedehandswinkels. Zo zat ik dus een tijdje terug te lezen in Vermaning van een dode hond, ook al oude toneelteksten, en ontdekte ik dat dat boek, Idema’s eerste, volgend jaar vijftig jaar oud is. Al vijftig jaar maakt deze professor, die het met zijn werk aan ’s werelds beroemdste universiteiten en alle Engelstalige academische werken die hij heeft geschreven toch druk genoeg moet hebben gehad, voor het Nederlandse leespubliek vlot leesbare en nuttig be-eindnote Nederlandse vertalingen. Beseffen we wel hoezeer we het daarmee getroffen hebben? Moet deze man niet een keer een of andere vaderlandse prijs winnen voor zijn werk?

De klacht van de buffel is een bundel met vier hoofdstukken, waarbij in elk een ander dier of groepje dieren centraal staat: zwaluw en mus, buffel en wolf, muis en kat, en een clubje insecten. Elk hoofdstuk begint met een inleiding over de schrijver van de stukken, de geschiedenis van het vertelde verhaal, informatie over hoe het toneelstuk op de planken werd gezet (want het zijn allemaal stukken die bedoeld waren om te worden opgevoerd), het soort gedicht… Je onthoudt het niet per se allemaal, maar het is wel allemaal enorm interessant en heel toegankelijk opgeschreven. En vervolgens ook nog eens met een keurige wetenschappelijke bronvermelding in de eindnoot, en een verantwoording van welke tekst de vertaler heeft aangehouden voor zijn vertaling. Ik vermoed dat het aantal lezers dat het origineel erop na zal willen slaan op één hand te tellen is, maar die paar lezers weten dan dus wel precies welk boek ze moeten hebben.

De klacht van de buffel uit de titel gaat over de ondankbare manier waarop hij behandeld wordt: trouw beploegt hij het land en doet hij allerlei ander zwaar werk, dankzij zijn inspanningen kan zijn baas en diens gezin welvarend leven, maar als hij oud wordt, laat die baas hem zomaar slachten. Dat thema komt terug in het verhaal over de wolf van Zhongshan. Die wolf wordt door jagers achterna gezeten, en een filosoof die toevallig voorbij komt wil hem wel redden door hem te verbergen in zijn boekentas. De jagers rijden onverrichter zake verder, maar als de wolf eenmaal weer veilig en wel uit de tas is, wil hij de filosoof opeten. De filosoof weet de wolf over te halen eerst drie oude wezens om hun oordeel te vragen. Dat worden een boom, een buffel en een oude man. Die laatste redt de filosoof met een list het leven. Want de boom en de buffel zijn het met de wolf eens: ondank is ’s werelds loon, dus de wolf kan zijn redder best opeten.

Het verhaal van de wolf van Zhongshan doet een beetje denken aan dat van de schorpioen en de kikker. De schorpioen wil een rivier oversteken, maar hij kan niet zwemmen. De kikker wil hem op zich wel helpen, maar, zegt hij, straks steek je me nog dood. Nee joh, zegt de schorpioen, dan verdrink ik toch zelf ook? Daar zit wat in, vindt de kikker, en ze gaan op weg. Halverwege de rivier steekt de schorpioen de kikker. Waarom doe je dat nou, zegt de kikker, stervend en zinkend. Het is nou eenmaal mijn aard, zegt de schorpioen. Ook daar is ondank ’s werelds loon.


Japanse prent van een veldslag tussen muizen en katten. De muizen, linksboven, rennen weg; de katten, rechtsonder, rukken op. Alle strijders zijn in traditionele Japanse wapenrustig, de katten hebben een hoge gele vlag met Japanse tekst.
De oorlog tussen de muizen en de katten.
(Prent uit 1859 van Yoshitoshi Tsukioka,
hier gevonden.)

Het verhaal over muis en kat gaat over de oorlog tussen de muizen en de katten, die begint met de muizenbruiloft die bruut wordt overvallen door katten. Idema sprak laatst op de presentatie van het nieuwste nummer van tijdschrift Zemzem, en vertelde daar over de muizenbruiloft en de oorlog. Het verhaal is eeuwenlang in een heel groot deel van de wereld bekend geweest – van het oude Egypte tot Perzië tot dus China en Japan – en tot in de middeleeuwen hing er in West-Europa in elke herberg wel een afbeelding van de muizenbruiloft of de oorlog tussen katten en muizen. En nu is het verhaal, in Nederland althans, geheel vergeten. Heel bijzonder, zoiets. Hoeveel verhalen zijn we nog meer vergeten, en hoeveel verhalen zijn in grote delen van de wereld bekend maar toevallig niet bij ons?

Maar dit verhaal is dankzij Idema dan toch weer terug in Nederland, samen met de andere intrigerende fabels in dit boek, in een vertaling geschikt voor leek en expert en iedereen die daartussen zit.

Besproken: De klacht van de buffel en andere klassieke Chinese dierenfabels, vertaald en toegelicht door Wilt L. Idema (Amsterdam: Athenaeum, 2023).

Ook genoemd:
Spiegel van de klassieke Chinese poëzie, van het Boek der Oden tot de Qing-dynastie, samengesteld en vertaald door W.L. Idema (Amsterdam: Meulenhoff, 2000).
De onthoofde feministie: Leven en werk van schrijvende vrouwen in het Chinese keizerrijk van de vroege tweede eeuw v.Chr. tot de eerste jaren van de twintigste eeuw, door W.L. Idema (Amsterdam: Atlas, 1999).
Vermaning door een dode hond: vier Chinese komedies uit het eind van de dertiende eeuw, vertaald en ingeleid door W.L. Idema en D.R. Jonker (Amsterdam: Arbeiderspers, 1974).

Aanvulling: Maghiel van Crevel merkte in een Facebook-reactie op dat Wilt Idema in 1992 de Nijhoffprijs heeft gewonnen (zijn dankwoord is te lezen op VertaalVerhaal.nl). De vaderlandse prijs voor zijn werk heeft hij dus al gekregen, dat is mooi.