vrijdag 2 april 2021

De laatste dochter van het geluk – Yan Geling

Witte man met Chinese prostituee, dat thema is vaker vertoond. De oerversie is misschien wel The World of Suzie Wong, maar dat is beslist niet de enige. In De laatste dochter van het geluk heet de Chinese prostituee Fusang en leeft ze in het Chinatown van San Fransisco, begin twintigste eeuw. Maar dit verhaal is heel anders dan de meeste boeken in dit thema.

Boek De laatste dochter van het geluk door Geling Yan
De laatste dochter van het geluk

Fusang is niet echt een menselijk personage, ze heeft mythische proporties. Wat anderen ook van haar nemen, zij geeft het van harte weg. Wat anderen haar ook willen aandoen, zij loopt het tegemoet. Ze ondergaat haar ellendige lot niet, ze neemt het bij de hand. Ze is moeder en hoer tegelijk, martelares en verlosser, en haar verhaal omlijst al het geweld waar een Chinese in de VS maar mee te maken krijgt.

Haar landgenoten mishandelen haar: van haar schoonmoeder die haar met de handschoen laat trouwen (of met de haan, in dit geval) om haar als huissloof te kunnen inzetten, tot haar kidnappers, tot de mensensmokkelaars en vrouwenhandelaren, de hoerenmadammen, de mannen die haar misbruiken… Geen onrecht dat haar niet wordt aangedaan, en zij blijft glimlachen.

De blanke* Amerikanen discrimineren intussen de Chinezen: ze worden vernederd, uitgebuit, mishandeld, gelyncht, hun huizen worden in brand gestoken, ze krijgen de schuld van al wat misgaat in de maatschappij. De paar personages die Fusang of haar landgenoten willen helpen, worden evengoed gemotiveerd door vreemdelingenhaat. De nonnen van de Reddingsmaatschappij willen het liefst alle Chinese cultuur uit hun ‘geredde’ Chinese meisjes slaan.

Interessant verschil tussen de Chinezen en de blanken in dit boek is overigens dat de Chinezen die Fusang geweld aandoen, haar wel steeds te eten geven. Het stel dat Fusang ontvoert uit haar dorp biedt haar een portie rijst aan, die ze met smaak naar binnen werkt. Haar madam bewaart een vette vissenkop voor haar, ook al krijgt ze steeds geen klanten. In het ‘hospitaal’ waar ze wordt achtergelaten om te sterven, krijgt ze wel nog een halve kom rijst.

Fusangs blanke minnaar Chris, telg uit een rijke familie, zou in veel van dit soort boeken de good guy zijn, de ridder op het witte paard (letterlijk – Chris rijdt graag paard) die het meisje uit het leven redt, waarop ze samen nog lang en gelukkig etcetera. Maar ook Chris’ houding is een vorm van geweld tegen haar: hij projecteert al zijn exotische lusten op deze mooie hoer met wie hij niet eens kan praten, en ziet haar nooit voor wie ze zelf is. Hij zou het liefst alle Chinezen in San Fransisco verdrijven en vernietigen om haar van hen te redden. En dat is nog los van het letterlijke geweld dat hij haar aandoet.

Waarmee haar andere minnaar, bad guy Dayong, een Chinees met vijf werpmessen in zijn bezit, die in elke criminele activiteit in Chinatown wel een vinger in de pap heeft en voor wie blanken al even bang zijn als Chinezen, op een bepaalde manier de good guy wordt, omdat hij haar laat zijn wie ze is: een godin die alles geeft en iedereen vergeeft, een soort heilige, een bodhisattva bijna.

De geschiedenis van Fusang is gevat in een raamvertelling, waarin een Chinese in de jaren ‘90, getrouwd met een blanke Amerikaan, zich verdiept in het leven van deze legendarische prostituee en maar al te veel herkent: het onbegrip, en het geweld tegen de Chinezen in de VS. Dat is nu, weer dertig jaar later, helaas nog altijd onverminderd actueel.

Besproken: De laatste dochter van het geluk door Yan Geling, vertaald door Marc van der Meer (Amsterdam: Cargo, 2002).

Ook genoemd: The World of Suzie Wong door Richard Mason (Collins, 1957).

* Het vertaalde boek (uitgekomen in 2002, dus voor de blank/wit-discussie) gebruikt consequent ‘blank’. Ik volg in deze recensie de woordkeus in het boek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten