vrijdag 12 februari 2021

Friday Five: Boeken die beginnen met een S

Friday Five is een ding, ontdek ik vandaag: een andere boekblogger noemt elke week een categorie en dan maak je daar een blogje over. Deze week: boeken die met een S beginnen. Daar gaan we dan, een divers lijstje:

Spiegel van de klassieke Chinese poëzie, verzameld en vertaald door W.L. Idema
Standaardwerk van enorme waarde. In dit boek staat niet álle klassieke Chinese poëzie, maar wel ontzettend veel, en uit de gehele periode van het Boek der oden tot en met de Qing-dynastie, waarna men vooral moderne poëzie ging schrijven. Het is dus allemaal oud, maar veel ervan heeft niets aan herkenbaarheid ingeboet. Bespiegelingen over landschappen, over reizen, over ouder worden, over het plezier dat een klein dochtertje in huis brengt en het diepe verdriet als ze overlijdt.

Spannend spel van Wang Shuo (vertaald door Jan Willem van Bragt en Yuhong Gong)
Fang Yan wordt van moord beschuldigd en moet uitzoeken wat er gebeurd is, maar verder neemt hij zichzelf en het leven niet al te serieus. Roman met veel geouwehoer, drinken, roken en naar vrouwen kijken. Nogal lang geleden dat ik hem gelezen heb, maar ik herinner me 1) dat oorzaak en gevolg, en heden en verleden, omgekeerd worden verteld, waardoor je uiteindelijk wel weet hoe het allemaal zat maar het tegelijk niet helemaal begrijpt; en 2) de vrij meesterlijk vertaalde bijnaam van een vrouwelijk personage: Pleegzuster Bloedgeil.

Shanghai baby van Wei Hui (vertaald via het Frans door Eveline Renes en Dorli Huvers)

Shanghai baby
Coco, alter ego van de schrijfster zelf, fladdert door het Shanghainese nachtleven van de jaren ‘90, doet het niet met haar impotente Chinese vriend maar wel met een brute Duitser.

Wei Hui is vooral de moeite waard omdat ze schreef over een leven dat kort daarvoor helemaal niet bestond. In de jaren ‘60 en ‘70 waren de Chinezen verwikkeld in de verwoestende Culturele Revolutie, in de jaren ‘80 waren ze druk doende economisch uit het dal te klimmen, en in de jaren ‘90 pas kwam er een behoorlijke hoeveelheid glamour, merknamen en vrije seks beschikbaar. Dat is het leven waar Wei Hui over schrijft, en al leest het vreselijk oppervlakkig, het is alleen al om die reden de moeite waard.

Schemering boven Shanghai
Schemering boven Shanghai van Yue Tao (vertaald door mij)
Na een jarenlang verblijf in Nederland is Lan teruggekeerd naar Shanghai, waar ze is opgegroeid. Ze heeft haar ouders nooit gekend, ze is grootgebracht door haar oom en tante. Terug in Shanghai komt ze opnieuw in contact met oude vrienden en begint ze in haar verleden te graven. Wie waren haar ouders eigenlijk, wat is er in de Culturele Revolutie voorgevallen waar niemand meer over wil praten, en wat heeft een geheimzinnig oud boek over krekelvechten daarmee te maken?

Een fijn boek, vol mysteries die stukje bij beetje worden opgehelderd. Je staat het hele boek lang achter de hoofdpersoon, ook al lijkt die soms niet zo sympathiek. Destijds leek me dat een tekortkoming, maar Yue Tao heeft intussen haar tweede boek geschreven, waarin we Lan beter leren kennen, en daarin blijken haar minder sympathieke trekjes juist bijzonder interessant uit te pakken.

De spijker van Zhang Yueran (wordt vertaald door mij)
De spijker

Na achttien jaar te zijn weggeweest is Li Jiaqi terug in de wijk in Jinan waar ze is opgegroeid, en ziet ze daar ook haar jeugdvriendje Cheng Gong terug. Ze raken in gesprek en vertellen elkaar over hun leven. Gaandeweg wordt duidelijk hoe hun families aan elkaar verbonden zijn door een misdaad uit de Culturele Revolutie, waarbij de opa van Cheng Gong in coma is geraakt nadat hem een spijker door het hoofd is geslagen.

Mooi literair boek: alles grijpt in elkaar, soms in de grotere lijnen, soms juist in de details. Hier en daar herinneren Jiaqi en Cheng Gong zich de gebeurtenissen verschillend, of blijkt dat ze dingen heel anders beleefd hebben, en dat geeft het boek nog meer diepte.

Voila, vijf boeken die beginnen met een S. Nu maar weer aan het werk, want ik ben nog lang niet klaar met het vertalen van dat vijfde boek.

Boeken:
W.L. Idema, Spiegel van de klassieke Chinese poëzie, van het Boek der oden tot de Qing-dynastie (Amsterdam: Meulenhoff, 1993).
Wei Hui, Shanghai baby, vertaald via het Frans door Eveline Renes en Dorli Huvers (Amsterdam: Contact, 2001).
Wang Shuo, Spannend spel, vertaald door Jan Willem van Bragt en Yuhong Gong (Breda: De Geus, 1997).
Yue Tao, Schemering boven Shanghai, vertaald door Annelous Stiggelbout (Breda: De Geus, 2015; herdruk Lierderholthuis: Leonon, 2019).
Zhang Yueran, De spijker, vertaald door Annelous Stiggelbout (in voorbereiding, verwacht later in 2021 bij Prometheus).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten