vrijdag 5 april 2019

"Meisjes uit het noorden" door Sheng Keyi

Jaren geleden vertaalde ik voor Armada een fragment uit Meisjes uit het noorden, een hoofdstuk waarin hoofdpersoon Qian Xiaohong een paar dagen thuis bij haar ouders is, in een klein boerendorp. Bij haar vertrek, terug naar de grote stad Shenzhen, laat ze een brief achter voor haar vader:

Jullie zijn allemaal nog nooit in S geweest, alles wat jullie weten is van horen zeggen, maar dat is maar een deel van het verhaal. Jullie weten niet dat heel veel mensen er keihard werken voor hun geld. Mensen werken in fabrieken, eten instantnoedels voor 50 cent en een maaltijd in de kantine voor 1 yuan per portie, ze maken eindeloze overuren, werken minstens tien uur per dag, allemaal om elke maand een behoorlijk loon te verdienen, en dat is dan nog maar drie-, vierhonderd yuan. (…) 
Met mij gaat het wel goed, ik ben kamermeisje geworden in een hotel, dat is een stuk beter dan fabriekswerk. Papa, er zijn wel mensen die in het leven zitten, ik heb medelijden met ze. Het is niet zo dat ze dat werk zelf leuk vinden, zij hebben het ook heel zwaar, of ze zijn door hun geschiedenis die wereld in geduwd. Ik ken ook een paar meisjes hier uit de streek, heel mooie meisjes, en aardig bovendien. Een van die meisjes is die richting ingeslagen omdat ze geld wilde verdienen voor haar zieke moeder. Moeten we kwaad spreken van zulke mensen?

Omslag van Meisjes uit het noorden.
Uit wat ik vertaalde, kreeg ik de indruk dat Meisjes uit het noorden een soort companion piece was van Fabrieksmeisjes, het non-fictiewerk van Leslie Chang over de jonge vrouwen die in Shenzhen de fabrieken bemensen waar al onze westerse gebruiksartikelen, van iPhones tot knuffelberen, worden gemaakt. Xiaohong was dan zo’n meisje, ze zou moeilijkheden tegenkomen, mensen die haar wilden uitbuiten, mannen die iets van haar wilden, maar ze zou haar integriteit en onschuld weten te bewaren.

Maar dan doe je Xiaohong tekort. In de eerste plaats is ze geen fabrieksmeisje – ze houdt het nog geen twee weken uit in de fabriek. Ze voelt zich behandeld als een machine tussen de machines en houdt het al snel voor gezien. Daarbij is ze niet alleen een slachtoffer (van uitbuiting, aanranding, vooroordelen, wat al niet): Xiaohong en haar beste vriendin Li Sijiang hebben een hoop lol in Shenzhen. Ze hebben zich bevrijd van hun familie en het bekrompen platteland en zijn nu in een grote stad met oneindig veel mogelijkheden en niet te vergeten een heleboel lekkere kerels. Want inderdaad, zowel Xiaohong als Sijiang wordt misbruikt en de eerste helft van het boek laat zich samenvatten als ‘twaalf ambachten, dertien hitsige engerds’, maar als Xiaohong haar partner zelf mag uitkiezen, vindt ze seks ook gewoon leuk. Ze laat zich versieren door een man met maffia-connecties – of versiert zij hem? – omdat ze hem zo knap vindt, en is vooral teleurgesteld dat ze nog helemaal niet is klaargekomen als hij haar na één beurt alweer aan de kant zet. En wordt haar weer eens een oneerbaar voorstel gedaan door een of andere ouwe griezel, dan laat ze dat niet lijdzaam over zich heenkomen, maar bijt ze vals en vol humor van zich af.

Xiaohong en Sijiang werken zich langzaam op, eerst samen, later apart, tot Xiaohong een behoorlijk goede baan en Sijiang een lieve man heeft. Dan gaat het natuurlijk alsnog mis en vooral voor Sijiang loopt het boek heel treurig af. In de laatste hoofdstukken krijgt het boek iets magisch-realistisch: Xiaohongs toch al grote borsten beginnen te groeien en houden daar niet meer mee op, tot ze haast niet meer kan lopen. Uiteindelijk worden ze zo zwaar dat ze Xiaohong tegen de grond trekken en ze niet meer overeind kan komen. Het ondernemende meisje geveld door haar eigen seksualiteit – een deprimerend einde van een vaak zo opgewekt boek.

Besproken: Meisjes uit het noorden 《北妹》 door Sheng Keyi 盛可以 (Tianjin 天津: Tianjin Renmin Chubanshe 天津人民出版社, 2011).

Ook genoemd:
'Terug naar huis', fragment uit Meisjes uit het noorden door Sheng Keyi, vertaald door Annelous Stiggelbout, in Armada nr 63/64, augustus 2011.
Fabrieksmeisjes door Leslie Chang, uit het Engels vertaald door Albert Witteveen (Artemis & co, 2013).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten