vrijdag 7 juni 2024

Doe die geit weg

 Er is een verhaal/anekdote/parabel over een man die bij de rabbi komt om raad. Rabbi, ik weet het allemaal niet meer, zegt hij. Ik woon met mijn vrouw, mijn zes kinderen en mijn schoonmoeder op een tochtige zolderkamer. Overal hangt was en ik werk van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat maar we hebben nooit genoeg geld en nooit genoeg eten. Mijn kinderen jengelen, mijn vrouw klaagt en mijn schoonmoeder jammert. Wat moet ik doen?

En de rabbi zegt, Neem een geit.

De man vindt het wat vreemd, maar hij heeft vertrouwen in de wijsheid van de rabbi, dus hij koopt een geit. Nu heeft hij verse melk voor de kinderen, maar verder is het natuurlijk een ramp: de geit knabbelt aan de was en pist en schijt overal. Dus al snel gaat de man terug naar de rabbi. Rabbi, nou ben ik helemaal ten einde raad. Mijn kinderen hebben nog steeds elke dag honger, de geit vreet gaten in al onze kleren, mijn schoonmoeder is ziek van het stof en de stank en mijn vrouw klaagt nu ook nog over alle geitenpoep.

En de rabbi krabt op zijn hoofd, kijkt de man aan en zegt: Doe die geit weg.

Vijf identieke geiten achter elkaar

Er staat een interessant vertaalproject op stapel, waarvoor een collega in contact staat met de initiatiefnemers in Azië, en ik help mee met de voorbereidingen. Meer nieuws volgt te zijner tijd, het is een mooi project dat interessante boeken (meervoud!) gaat opleveren. Als onderdeel van de voorbereidingen moeten de collega en ik een en ander lezen. Onder andere academische artikelen van tientallen pagina’s, in het Chinees.

Nou lees ik de meeste Chinese literatuur best vlot, maar academische artikelen zijn natuurlijk andere koek, zeker aangezien ik al jaren niet meer zo academisch bezig ben. Maar goed, ik zette me eraan, elke dag een stukje, tien pagina’s, als ik dat niet haalde twee pagina’s, één pagina, een paar keer per dag een paar alinea’s desnoods… Ik kon er niet omheen, ik moest erdóórheen, sprak ik mezelf toe. Zo worstelde ik in de loop van vele weken drie artikelen door.

De collega sprak nog eens met het instituut in Azië. Die kwamen met nieuwe informatie (nieuw voor ons, althans): niet de academische artikelen zouden vertaald worden, maar nog te schrijven essays gebaséérd op die artikelen. Bovendien was het onderwerp dat ik voor mijn rekening had genomen niet geselecteerd om te worden vertaald. Ik had me dus voor niks door ruim honderd pagina’s academisch Chinees heen geworsteld.

Ik zou daar kwaad om kunnen zijn: hadden ze dat niet wat eerder kunnen zeggen? In plaats daarvan was ik de volgende ochtend bij het wakker worden helemaal blij en opgetogen: ik hoefde geen lange academische artikelen meer door te worstelen! Nog dagenlang heb ik me elke ochtend verheugd op het níet hoeven lezen van die teksten.